Run Reports
Je kunt rapporten uitvoeren vanuit het systeem of de cursustools als je de juiste rechten voor het rapport hebt.
Start het rapportenscherm
Run Reports
Vul in de sectie Rapportparameters de juiste velden in voor het rapport dat je wilt uitvoeren. Deze velden bepalen welke records voor het rapport worden opgetrokken.
Kies in de sectie Output het type output waarin je je rapport wilt aanmaken vanuit het menu Output Selection. (Kies Weergeven om een rapport op je scherm te tonen dat je kunt printen.)
Kies optioneel een set eerder opgeslagen parameters om het rapport uit te voeren vanuit het menu Opgeslagen parameters laden.
Selecteer Rapport uitvoeren.
Parameters van het opslaan van het rapport
Je kunt je rapportparameters opslaan als je vaak een rapport met dezelfde parameters uitvoert of een set rapportparameters met anderen wilt delen.
Vul de juiste velden in voor het rapport dat je wilt uitvoeren.
Selecteer Parameters opslaan.
Geef je opgeslagen set parameters een Naam.
Voer een optionele Beschrijving in.
Selecteer het Gedeeld als je de opgeslagen parameterset wilt delen.
Selecteer Parameters opslaan.
Wanneer je nu op het scherm Rapport uitvoeren, kun je de opgeslagen parameters selecteren in het menu Opgeslagen parameters laden om je rapport uit te voeren.